Op dat moment is zijn achterneef Johannes in het hele land bekend als de Doper. Van overal komen de mensen naar hem toe om zich in de rivier de Jordaan te laten dopen. Niet met een klein beetje water zoals bij onze Doop, maar echt de rivier in die gelukkig niet al te diep is. Je laten dopen was een teken dat je spijt had van slechte dingen die je gedaan had en dat je je leven wilde beteren.