“Waarom beginnen jullie te twijfelen,” spreekt Jezus verder. “Kijk naar mijn handen en voeten. Ik ben het echt zelf. Een geest heeft toch geen lichaam? Zoals jullie zien, heb Ik dat wel.” Als de leerlingen nog steeds denken een geest te zien, zegt Jezus: “Geef me eens iets om te eten.”
Ze geven Hem een stukje geroosterde vis. Voor hun ogen eet Hij het op.