Stil zit Jozef bij de pasgeboren Jezus. Hij kijkt naar het Kindje, zo klein, zo weerloos. Hij bidt: “Ja, God, ik zal voor Hem zorgen, Helpt U mij daarbij.” Thuis had hij een mooi wiegje voor de baby gemaakt, maar nu ligt het hier in een kribbe. Hij denkt aan wat Maria was overkomen. Een Engel van God had haar gevraagd Moeder te worden van Gods Zoon. En Maria, voor wie God altijd al op de eerste plaats stond in haar leven, had zonder aarzelen geantwoord: “Ja, dat is goed. Ik wil wat God wil.”