Op zondag 15 juni verzorgt de Schola cantorum (vr) uit Purmerend de Gregoriaanse vespers van het Hoogfeest van Trinitatis in de St. Sebastianuskerk van Ilpendam. De Vespers maken deel uit van het eeuwenoude getijdengebed.
De vaste onderdelen worden gevormd door het openingsgebed, hymne, psalmen met antifonen, gebeden en zegenbede. Het hoogtepunt is de lofzang van Maria (Magnificat) waarbij wierook wordt ontbrand. De aanvang is 16.30 uur. Na afloop wordt er een collecte gehouden.
Een mooi moment voor verstilling in het jachtige bestaan.
De wortels van het officie van de Heilige Drievuldigheid (de Latijnse benaming luidt Sanctissimae Trinitatis) gaan terug tot Alcuinus († 805), hoftheoloog en ceremoniemeester van Karel de Grote. Deze Alcuinus ontleende zijn teksten op zijn beurt aan de geschriften omtrent de trinitarische dogmatiek van een zekere Benedictus van Aniane († 821). De teksten van zijn hand fungeerden in de strijd tegen het gedachtengoed van de Arianen (genoemd naar de Alexandrijnse priester Arius (256-336) die de Godheid van Christus loochenden. In Spanje waren het de bisschoppen Elipandus van Toledo (ca. 783-808) en Felix de Urgel (ca. 783-799) die zogenaamde adoptianistische theorieën aanhingen met de overtuiging dat God Jezus pas als Zijn zoon adopteerde op het moment dat hij gedoopt werd. Benedictus van Aniane werd door Karel de Grote naar Spanje gestuurd om het adoptianisme te weerleggen. In 798 werd het adoptianisme door Paus Leo III veroordeeld.
Een kwestie, hiermee verwant is het Filioque, een Latijnse formule uit de Geloofsbelijdenis welke in 1014 door Paus Benedictus VIII aan het Credo van Nicea-Constantinopel werd toegevoegd. Filioque betekent: ’en de Zoon’. Bedoeld wordt dat de Heilige Geest voortkomt uit zowel de Vader als de Zoon, gebaseerd op het Bijbelse gegeven dat ook de Zoon de Geest zendt en niet alleen de Vader.
Tegen deze achtergronden is het officie van de Heilige Drievuldigheid ontstaan. De bekendste naam die verbonden is met dit feest is die van Stefanus van Luik. Bisschop, abt, literator, dichter, kunstliefhebber, liturgist, musicus, kerkvorst, staatsman, al deze kwaliteiten verenigde deze hoogbegaafde man (‘Vir sanctitate et scientia clarus’) die van 901 tot 920 bisschop van Luik was.
Hij heeft niet alleen de teksten van het officie van de Heilige Drievuldigheid samengesteld en gecompleteerd, daarbij teruggrijpend op het werk van Alcuinus, maar schreef ook de melodieën bij de bijbehorende gregoriaanse gezangen.
Hij plaatste het feest op de eerste zondag na Pinksteren, de eerste lege zondag (Dominica vacat) na de Paastijd. Dat dit feest juist in deze tijd tot onderwerp van de viering werd gemaakt was geen toeval. Het probleem rond het zoon-schap van Christus bleef eeuwenlang actueel en met het consolideren van het feest rond de Drieëenheid gaf de kerk een krachtig statement tegen ketterse denkbeelden.
De Heilige Drievuldigheid als hoogfeest werd uiteindelijk pas in 1334 door Paus Johannes XXII (1316-34) ingevoerd voor de universele kerk.
|